Octrooien op intrinsieke eigenschappen (native traits) en toegang tot biologisch materiaal

‘Het bevorderen van innovaties is belangrijk’, stelt Biense Visser, CEO van Dümmen Orange. ‘Octrooien zijn een vorm van beloning voor investeringen in innovatie. Het geeft je een voorrecht op de markt, maar daar mag nooit misbruik van gemaakt worden. Het moet mogelijk zijn voor anderen om gebruik te maken van de geoctrooieerde eigenschap. Het zou dan ook goed zijn om er bijvoorbeeld via licenties afspraken over maken, zoals ze dat binnen de groentesector ook doen voor intrinsieke eigenschappen (zie kader ‘Internationaal Licentieplatform groentesector’). Wij zouden graag met andere spelers willen kijken of dit ook voor de sierteelt mogelijkheden biedt.’ Dit is nu nog een beetje voorbarig, aangezien het aantal relevante octrooien op eigenschappen vrij laag is. Octrooien op intrinsieke eigenschappen zijn een aanvulling op het kwekersrecht (PBR) dat wij beschouwen als de hoeksteen van onze branche. Het kwekersrecht dekt echter slechts één ras, terwijl octrooien op eigenschappen kunnen gelden voor een complete soort of geslacht,' voegt Hans van den Heuvel, Managing Director R&D bij Dümmen Orange hieraan toe.

Gezien de sterke focus op productinnovatie bij Dümmen Orange, zijn we verheugd over het besluit van de technische raad van EPO (European Patent Office) dat intrinsieke eigenschappen octrooieerbaar zijn. Octrooien op technologische uitvindingen kunnen een bijdrage leveren aan innovatiekracht en concurrentie. Geoctrooieerde eigenschappen die leiden tot het gebruik van minder chemische producten en minder afval, evenals tot lagere energievereisten, dragen aanzienlijk bij aan duurzaamheid. De uitbreiding van octrooien naar biologisch materiaal kan innovatie echter belemmeren. Dümmen Orange is derhalve van mening dat patentbeschermd biologisch materiaal beschikbaar moet blijven om te gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe rassen.

Internationaal licentieplatform groentesector

In november 2014 is het International Licensing Platform Vegetable for Plant Breeding (ILP Vegetable) gelanceerd. De jaren hieraan voorafgaand nam de discussie over octrooien op planteigenschappen toe binnen de groentesector, vooral in Europa. Terwijl dit debat zich voltrok, hebben elf leidende groenteveredelingsbedrijven uit Zwitserland, Duitsland, Japan, Frankrijk en Nederland ILP Vegetable opgericht zodat veredelaars de eigenschappen – biologisch materiaal voor groenteveredeling – die ze nodig hebben gemakkelijk en tegen een eerlijke en redelijke prijs kunnen verkrijgen, en zo nieuwe producten op de markt kunnen brengen. ‘In 2010 zijn we gestart met de eerste gesprekken’, vertelt Chris van Winden, managing director van ILP Vegetable. ‘Het was een flinke zoektocht. De aanvankelijke startpositie was “we agree to disagree”. Toch is het proces ondanks de grote verschillen tussen de betrokken partijen in een constructieve sfeer verlopen en is het gelukt om een licentiesysteem te ontwikkelen. Zowel voor- als tegenstanders van octrooien deden mee en daarnaast waren er tegenstellingen in belangen (grote versus geen octrooipositie). Naast grote bedrijven deden ook kleine ondernemingen mee die inzagen dat ze er belang bij zouden hebben, hoewel ze zelf geen octrooien bezitten. Het lidmaatschap geeft ze te allen tijde toegang tot octrooien van de andere leden van ILP Vegetable.’

Het ILP-licentiesysteem is eenvoudig en transparant. Als een lid een licentie wil hebben om een eigenschap gedekt door een octrooienclaim van een ander lid te gebruiken, starten de partijen bilaterale onderhandelingen. Mocht er binnen drie maanden geen overeenstemming worden bereikt – wat zich overigens nog niet heeft voorgedaan –, dan wordt de zaak voorgelegd aan onafhankelijke deskundigen. In dat geval leggen beide partijen hun voorstel voor de licentievergoeding voor aan de arbiters, die voor de meest redelijke optie kiezen. ‘Dit arbitragesysteem is dus zo ingericht dat onredelijk gedrag wordt afgestraft’, benadrukt Van Winden. Op het moment van de oprichting van ILP Vegetable in 2014 waren de betrokken bedrijven goed voor een lijst met 123 octrooien. Dat aantal bedraagt momenteel 220 (eind 2018), voor de nu dertien leden (9 grote aangesloten bedrijven, 1 middelgrote en 3 kleine). ‘Toen we in 2010 startten, zullen dit er tegen de 100 zijn geweest’, denkt Van Winden. Hij is nog steeds tevreden over deze oplossing met behulp van licenties. ‘De stemming onder de leden is goed, men is positief en blij dat het systeem draait.’

Mening Plantum

Hoewel Plantum (de Nederlandse branchevereniging van veredelaars) nog altijd lobby voert voor een aanpassing van het octrooirecht in de plantenveredeling, ondersteunen ze tevens praktische oplossingen door het bedrijfsleven zelf. ‘Dit zijn wat ons betreft twee parallelle trajecten', zegt Judith de Roos, jurist bij Plantum. 'Toegang tot genetische hulpbronnen vormt de basis voor effectieve plantenveredeling en is noodzakelijk om innovatieve plantenrassen te blijven ontwikkelen. Er worden in Europa nog steeds veel discussies gevoerd over octrooien op intrinsieke eigenschappen. De Europese Commissie en alle 38 lidstaten van de EPO vinden nog steeds dat ze uitgesloten moeten worden van octrooiering. Vanwege de wens om de wetten zelf niet te veranderen, probeerden ze dit te bereiken door middel van uitvoeringsregels. Maar dit wordt nu vanuit procedureel oogpunt verworpen. Het is juridisch bijzonder complex en het kan nog steeds beide kanten opgaan. In de tussentijd adviseren we bedrijven om te anticiperen op beide scenario's. We waren in de beginfase betrokken bij ILP Vegetable door middel van secretariële ondersteuning. Een paar jaar geleden hebben we intern gediscussieerd over de vraag of een systeem als ILP ook interessant zou zijn voor de sierteelt, omdat we zagen dat de belangstelling hiervoor toenam. Op dat moment was er geen urgentie, omdat de aantallen verschillen (minder octrooien). En bovendien is het maar de vraag of iedereen in de sector zich hier wel voor wil inspannen. We houden de mogelijkheid echter open. Zodra de situatie verandert, zullen wij – samen met CIOPORA (de internationale organisatie van veredelaars van vegetatief vermeerderde sier- en fruitteeltproducten) – zeker meedenken. Maar het moet uit de sector zelf komen, omdat de bedrijven dit moeten ondersteunen. We staan echter altijd open om dit proces te onderzoeken naast de politieke/juridische weg die we bewandelen. Deze is nog steeds oriënterend en bovendien alleen relevant voor de EU. ILP Vegetable omvat octrooien over de hele wereld, inclusief bijvoorbeeld de gebruiksoctrooien in de VS op eigenschappen alsook die op rassen,' aldus De Roos.

Mening CIOPORA

Edgar Krieger, secretaris-generaal van CIOPORA, is het ermee eens dat het systeem van licenties van ILP Vegetable een goed model is. 'Het kan in de toekomst ook interessant zijn voor rassen sier- en fruitgewassen. Het is voor veredelaars in de sier- en fruitteelt belangrijk om snelle en efficiënte toegang tot geoctrooieerde technologie te waarborgen onder eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden. Om dit te bereiken steunt CIOPORA de oprichting van een licentieplatform en een geschillenmechanisme. We onderzoeken het, maar niet bijzonder actief omdat de behoefte er nog niet echt lijkt te zijn. Wat octrooien betreft, is CIOPORA van mening dat plantgerelateerde uitvindingen octrooibescherming moeten kunnen krijgen. Dümmen Oranje is het op dit punt met ons eens. Wij zijn voorstander van een veredelingsvrijstelling, zowel in het kwekersrecht als in het octrooirecht, waardoor veredelaars beschermd plantmateriaal kunnen gebruiken voor de veredeling of het ontdekken en ontwikkelen van een nieuw plantenras. Voor de daaropvolgende commercialisering van een plant die de geoctrooieerde uitvinding bevat, moet toestemming van de octrooihouder echter een vereiste zijn,' stelt Krieger.

Terug